Startpagina
Fotoalbum
Nieuws en Shows
Henschel_historie
Contactpagina
Gastenboek
Links
Verkooppagina
Sitemap

 

 

De geschiedenis van Henschel

Henschel is voor de meeste chauffeurs een bekend merk. Met dit verhaal wil ik graag de historie van de vrachtwagentak Henschel beschrijven. De bouw van locomotieven, vliegtuigen, tanks, raketten enz. is het begin van de naam Henschel maar dat laat ik verder in dit verhaal varen.

1614      De familie Henschel begint in Mains een staalgieterij. Van deze beginjaren is weinig bekent. Wel weten we dat het goed ging met het bedrijf totdat de Fransozen de macht grepen in Duitsland. De familie Henschel weigerde staal te gieten voor de nieuwe machthebbers. Hierdoor moesten zij binnen 24 uur huis en haard verlaten en dus ook de gieterij.

1810      De Henschel familie vestigde zich in Kassel en zoon Christian Carl Henschel met diens zoon Johann Werner bouwen daar een nieuwe moderne gieterij. Dit wordt het geboortejaar van Henschel genoemd. In 1817 komt, de oudere broer van Johann Werner, broer Carl Anton ook in het bedrijf en na zo’n 10 jaar samenwerking besluit Johann Werner een baan aan te nemen als professor op de kunstacademie. In 1834, na de dood van vader Christian Carl komt de zoon van Carl Anton, Carl genaamd in het bedrijf. Het bedrijf is in de tussentijd (1830) omgedoopt tot Henschel und Sohn.

1837      De fabriek in Kassel brand totaal af. Alle gebouwen verbranden en er wordt een compleet nieuwe fabriek gebouwd.

1843      De fabriek giet diverse machines en bouwt zijn eerste stoomschip. Deze wordt in 1845 compleet afgeleverd.

1848      De eerste locomotief is gefabriceerd en gaat proefrijden. Ze noemen hem de Dracke. Al snel zijn ze de grootste fabrikant van spoorwegmateriaal ter wereld. Zo worden er onder andere locs gemaakt voor de mijnbouw maar ook 5-assers. In 1879 komt de 10.000ste uit de fabriek in Kassel.

1914-1918           Tijdens de oorlog gaat het moeilijk maar ze gaan door.

1923      De 20.000ste loc wordt afgeleverd en inmiddels werken er in de fabriek 19.000 mensen. Er worden naast de locs ook nog andere spoorwegmaterialen gemaakt.

1926      Henschel gaat nu ook walsen, pompen maken en, door een aangekochte licentie van FBW Witzekom (Zwitserland), ook vrachtwagens bouwen. Deze 3½ en 4½ tonner vrachtwagens worden grif verkocht en al snel verkopen ze ook de 6 tonners.

1928      De grote 3-assers worden gebouwd voor de particuliere markt. Door het verdrag van Versailles (1919) mochten er in Duitsland geen auto’s gebouwd worden boven de 10 ton laadvermogen en meer dan 120 pk. Ook mogen er geen investeringen meer gedaan worden voor oorlogsmaterieel en mag Duitsland niet meer dan 100.000 soldaten te hebben. Toch werden er tussen 1928 en 1933 22.000 3-assers gebouwd en groeit Henschel naar een grote speler in de vrachtauto-industrie.

1931      Ingenieur Franz Lang komt uit Oostenrijk naar Kassel met zijn patent op het Lanova voorkamersysteem. Samen werken zij dit ontwerp uit en komt Henschel met een betere dieselmotor. Later zal dit systeem worden overgenomen door alle vrachtautofabrieken.

1933      Er lijken nu betere tijden aan te komen. Adolf Hitler geeft zelf het sein voor de eerste autobaan. Frankfurt-Heidelberg-Mannheim. Daarmee is de koude oorlog met de spoorwegen verleden tijd en kan de vrachtauto-industrie zich verder ontwikkelen. En dus komt er al snel de Henschel 6j2 met een 150 pk motor uit Kassel. Een zeer moderne vrachtwagen die goed is voor een lading van 6,5 ton. Er komt zo’n vraag naar dat de fabrieken het niet aan kunnen en hulp krijgen van Magirus Ulm en Sauer Oostenrijk.

1936      Een nog grotere vrachtwagen is gewenst. Henschel komt met een 3-asser voor 10 ton met een 170 pk 8 cilinder in-rij motor met 7 versnellingen. Ook komt er een 12 cilinder blok met 2 krukassen en 190 pk. Omdat, ook in die tijd, benzine en diesel schaars waren kon men ook een stoomvrachtwagen kopen bij Henschel. De licenties daarvan werden gekocht bij de Amerikaanse Doble fabriek. Van deze vrachtwagens werden er toch nog enkele honderden verkocht.

1940      Het zijn nu rare tijden. Niemand weet hoe het verder moet. De overheid gebied dat Henschel gaat samenwerken met Magirus en MAN. Zij moeten samen een eenheidsvrachtwagen ontwikkelen voor het leger. Er wordt wel een prototype gebouwd maar deze wordt nooit in productie genomen. MAN haakte af.

1941      Samen met Magirus gaat Henschel verder. In 1943 komen zij met de Henschel Merkur. Omdat de Henschelfabrieken toen werden gedwongen rups-aangedreven kannonen te bouwen worden deze auto’s gemaakt door Magirus en Sauren. Uiteindelijk zijn er 14.500 van deze eenheidsauto’s gebouwd.

1945      Over de tussentijdse periode is niet veel bekend. Wel weten we dat in 1943 de fabriek voor 80% platgebombardeerd is. In de fabrieken die nog overeind staan werken op dat moment toch nog zo’n 15.000 mensen. Op 3 April 1945 kwamen de Amerikanen en lagen alle werkzaamheden stil. Er blijven na de oorlog maar 100 mensen over om orde op zaken te stellen. 3 Mei 1945 krijgen ze weer een vergunning om de beschadigde locomotieven op te knappen en nieuwe te bouwen. In September 1945 komt er een vergunning om weer dieselmotoren te bouwen.

1946      Op kleine schaal worden er weer vrachtwagens gerepareerd en onderdelen verzameld. Ook die van de Amerikaanse legertrucks. Voornamelijk GMC’s.

1848      Er wordt 20 miljoen D-Mark geïnvesteerd om de gebouwen en machines weer te repareren maar men kan nog geen auto’s maken omdat er nog niet voldoende staal voorhanden was en er nog machines miste. Wat er wel was waren de achtergelaten Amerikaanse GMC’s. Deze leken erg op de Henschel die in 1934 gebouwd werden met hun 3 assen. Dus werden de GMC’s omgebouwd tot diesels met het Henschel-bekende Lanova inspuitsysteem. Nadat ze waren opgebouwd met cabine en Kipperbak kon je ze kopen in allerlei verschillende types. Uiteindelijk werden er in Kassel ongeveer 3500 omgebouwd al waren het niet allemaal diesels.

1949      Met moeite heeft men weer materiaal genoeg om zelf auto’s te gaan bouwen. Dit wordt het begin van de succesvolle HS6 met een 140pk motor. Dit is een combinatie van de oude 6J2 en de GMC motor. Het is niet eenvoudig om er veel te maken maar ook niet om ze te verkopen.

1951      Bij gebrek aan GMC’s en door de ontwikkelingen in de fabriek kan Henschel de HS90 en de HS100 gaan bouwen. Dit blijkt een best-seller te zijn. Goed voor 4,5 ton en een moderne korte neus. Met zijn goede rijgedrag gaan er totaal ongeveer 20.000 de deur uit. De 90 pk blijkt te kort te zijn en men schroeft dit op naar 120 pk en later zelfs naar 150 pk met turbo.

1953      Naar het voorbeeld van GMC begint men toch weer te denken aan een 4*6 en een 6*6. En alhoewel er geen legervoertuigen en materialen gemaakt mogen worden van de Amerikanen komt men toch met de 4*4 HS115K. Deze 13 tons legerauto heeft een frontstuurcabine en 115 pk maar bevalt niet goed omdat het erg moeilijk sleutelen is met de vaste cabine. Er worden er ook een aantal geëxporteerd maar de telling blijft steken op 542 stuks.

1955      De vraag in de transportwereld naar vrachtauto’s gaat omhoog. Men wil de oude lange neus vervangen voor het frontstuurmodel, ook wel Tramneus genoemd. De types HS145, HS170 en de HS180 lijken het goed te doen en dat geldt ook voor de zware 6*6 kipper, de HS34. De moeilijke tijd lijkt voorbij te zijn. Op de IAA Frankfurt worden de nieuwe modellen met open armen ontvangen.

1957      Net als alles goed lijkt te gaan komt de Duitse minister Seebohm met een nieuwe wet. Deze wet is ten gunste van de spoorwegen. Vrachtwagens mogen niet meer langer zijn dan 14 meter. Dit betekende dat er niet meer gereden mocht worden met 2 aanhangers achter elkaar. In deze wet stond ook dat vrachtwagens niet zwaarder mochten zijn dan 24 ton. Ook deze klap kwam hard aan voor de auto-industrie en de vervoersondernemingen. Alle net nieuwe auto’s zaten toen illegaal  langs de weg. Er moest dus een lichtere auto ontwikkeld worden. Bij Henschel komt men terug op de oude GMC met zijn 3 assen. Het lijkt een goed idee want 3*8 ton = 24 ton en met de 120 pk zou dat moeten kunnen. Zo werd de 6*4 HS120-3 geboren en later de 6*6 HS120-3K met zijn korte neus. Dit wordt een geweldig succes en worden ook geëxporteerd naar, voor Henschel, vreemde buitenlanden.

1960      Naast alle andere modellen ging de helft van de productielijn van de HS22 6*4 en de HS22 6*6 naar Nederland. Hier reed men nog met de oude GMC en REO. Dit was het antwoord op een beter transport. Voor het lichtere werk ontwikkelen ze in Kassel de nieuwe frontstuur met een 4 cilinder ondervloer. Dit was geen succesnummer en er werden er dan ook maar 585 van gemaakt en gaat men voor de 13-tons terug naar de 6 cilindermotor.

1963      De zaken gaan redelijk goed maar doordat de zware auto’s zijn weggevallen was er een groot verlies. Ondertussen wilde men een auto ontwikkelen die redelijk uni was. Daardoor kon je met verschillende onderdelen en dezelfde cabine toch een heel verschillende auto’s bouwen. Hiervoor werd meneer Lepoix aangetrokken. Een fransman die ook bij Karmann zijn diensten bewezen had. In Kassel tekende hij een cabine waar men zowel een frontstuur van kon maken als een auto met neus. Deze cabine werd in de volksmond de Karmanncabine genoemd. De ontwikkelingen van de auto’s kosten veel geld en tijd. Oscar Henschel (6e generatie) kon in ’63 de financiën niet meer rond krijgen en moest zijn aandelen verkopen aan de Hamburgse ijzerhandelaar en staalexporteur. Gelukkig is de oude Seebohm wet inmiddels afgeschaft en is het nu 32 ton totaal bruto gewicht geworden. In de wandelgangen zegt men dan al dat het 40 ton gaat worden.

1964      De zeer gewaardeerde ideeën van de heer Lepoix worden verder ontwikkeld en men komt met de kantelcabine. Met deze kantelcabine maakt Henschel een hele goede slag want ook de binnenkant van de cabine is wat een chauffeur graag wil zien. In dit jaar komen ze ook met de nieuwe 6*4 en de 6*6 met neus. De HS26 met achter 2 x 10-tons assen is een wonderlijke kipper en de nieuwe 6*4 met zijn eenvoudige lichte sleepas en luchtgeveerde achterassen is zeer geschikt voor afzetcontainers. Samen met Commer willen ze in dit jaar proberen een hele lijn te ontwikkelen in het lichte segment. Maar dat loopt anders. De Hamburgse staal GMBH verkoopt zijn aandelen aan Rheinstahl AG. Doordat dit bedrijf al aandelen van Hanomag uit Hannover heeft wordt er besloten daar mee door te gaan. De samenwerking met Commer stopt en men begint aan een samenwerking met Hanomag. Hanomag heeft al lichte vrachtwagens en dus is de lijn compleet.

1965      Op de IAA komt Henschel met maar liefst 45 verschillende type auto’s aan die compleet met opbouw geleverd kunnen worden. De zware HS19 en HS22 worden met 210 pk geleverd met evt. een turbo zodat er 240pk gehaald wordt. Er komt een hele nieuwe typeaanduiding en ook een nieuw dealernetwerk.

1967      Op de IAA van 1967 komen Henschel en Hanomag voor het eerst samen. Zij hebben dan 40 nieuwe modellen. Er zijn modellen met de gladde neus met hun panoramisch betere zicht en de modellen met neus voor de kleinere serie tot 12 ton. Hier noemt men ook de H112. Van deze, echt mooie, auto worden er maar 32 gebouwd.

1968      Het gaat voorwaarts met de kipperopbouw maar ook de oude Lepoix vaste cabine en de zware trucks met hun mooie gladde kantelcabine liggen goed in de markt. En weer komen er nieuwe modellen. De F201 3-asser met niet aangedreven voorloopas en de F221 S2A met een aangedreven voorloopas met blad- of luchtvering komen in de rij van modellen.

1969      Er is veel geïnvesteerd in de nieuwe modellen en de goede samenwerking met Hanomag. Er wordt dus gezocht naar een investeerder die de financiële boost kan geven groter te worden. Er melden zich Amerikanen waar al mee gewerkt was na de oorlog. Aan hen was het Lanova systeem ooit verkocht. Zij werden het niet. Mercedes neemt in April 51% van de aandelen over. Alle auto’s krijgen het logo van Hanomag-Henschel en de Henschelster verdwijnt.

1970      Als Mercedes alle aandelen overneemt denken ze niet bang meer te hoeven zijn dat alle knowhow wegvloeit uit het bedrijf. Voor Henschel is deze totale overname een enorm verlies aan zelfstandigheid. Het kantoor gaat naar Hannover en in Kassel wordt alles stilgezwegen. Er werken daar nog 10.000 mensen en men is bang voor zijn baan. Er komt onrust onder de werknemers, dealers en  de transportfirma. Mercedes zegt hen geen zorgen te maken maar niet lang erna gaat toch de 12-tons serie eruit.  Mercedes heeft namelijk de 1113-1215.

1971      De bekende 5 cilinder Cetra gaat eruit. En zo veranderen er meer zaken.

1972      In Duitsland komt er een nieuwe wet die 8 pk per ton voorschrijft. Dit betekend dat 40 ton niet meer gaat met 240 pk. Mercedes komt met de 10 cilinder motor met 320 pk. Voor de export blijft de 240 pk beschikbaar en alleen op bestelling kan men de 320 pk kopen. Voor de Mercedessen komt de oude kubus cabine weer tevoorschijn maar onder de Henschelcabine past hij makkelijk.

1973      Omdat de orders bij Henschel tegenvallen worden er in Kassel Mercedesneuzen gebouwd. Dit ook omdat verscheping uit Kassel makkelijker was. Mercedes ziet met tegenzin dat de kippers nog steeds goed verkocht worden en men besluit de Bolneus type 2624 te gaan verkopen met de bekende Mercedesster voorop.

1974      In Januari wordt besloten de productie te stoppen van de Henschels. De aanvragen voor de export en vaste klanten die er nog zijn/komen worden wel afgewerkt. Er worden er evengoed nog 669 verkocht. Ook verdwijnt de Hanomag-Henschel logo helemaal en komt die van Mercedes ervoor terug.

1975      Voorzichtig wordt de fabriek in Kassel omgebouwd naar een fabriek voor Mercedesassen.

1980      In Kassel loopt de laatste auto van de band onder de naam Mercedes.

170 jaar Henschel Kassel is niet meer.

Er zijn tussen 1956 en 1974 84.865 vrachtwagens gebouwd.

Deze wetenswaardigheden heb ik o.a. uit het boek van Bernd Regenberg.
Het is een in het Duits geschreven boek dat ik met veel plezier heb gelezen o.a. door de vele foto’s. Mijn indruk is dat men er bij Henschel alles aan heeft gedaan om een mooi product op de weg te zetten maar de politiek en de oorlogen hebben hen tegengezeten. Henschel kon ook niet alle winst in de vrachtwagens stoppen omdat het bedrijf meer takken had. In de oorlog heeft met heel veel oorlogsmaterieel gemaakt als vliegtuigen en tanks maar ook een voorbeeld is de ontwikkeling van de moderne electrobanen voor de spoorwegen die 100% door Henschel is ontwikkeld. Deze tak is in 1974 overgenomen door Bombardje maar worden nog steeds in Kassel gemaakt. De naam Henschel bestaat nog steeds en er worden nu o.a. aandrijvingen en pompen gemaakt voor allerlei fabrieken.
Akros Henschel GmbH en Reimelt Henschel GmbH zijn o.a. bedrijven die ook uit Henschel voortgevloeid zijn.
Ook komt er een gedeelte van internet. Mocht u erachter komen dat er iets niet klopt laat mij dat aub weten dan kan ik dat (laten) veranderen en weet u misschien iets dat ik niet weet vertel het. Schrijf het bijvoorbeeld in mijn Gastenboek op www.oldtimertrucks.nl.

Hartelijke groeten
Arie Spaansen
Henschelfan
Winkel

Foto's van onze Henschels kunt u vinden onder het Henschellogo.